Ondertussen houden we hier ons eigen mini-tuinfeestje met een paar muzikale nonkels en hun echtgenotes. Ik steek de bbq aan, al brandt buiten de zon ongenadig op alles wat er staat, hangt of voorbijkomt. Onder een klein parapluutje draai ik de stukjes worst, de zalmmootjes en de stokjes met scampi met veel plezier om en om. Deze geur kringelt door de tuin, die mijn ega heeft omgetoverd tot ons mini-paradijsje. Ik zie de familie met volle teugen genieten en zo breien de gesprekken zich aan elkaar. Van een reis naar Israël tot Zuid-Afrika en onze eigenste kust, tot Cubaanse sigaar, Franse cognac en een concertje dat in de steigers staat.
Als ’s avonds laat dan iedereen met een brede glimlach weer naar eigen bed en stee strekt, complimenteer ik mijn ega en geniet nog samen even na in de tuinstoel. ‘Dat heb je goed in elkaar gestoken,’ zeg ik. ‘We zijn een goed team,’ antwoordt ze. En onze huisvleermuis Vladimir fladdert nog een laatste keer door de zomertuin. Hoe schoon een zomerdag wel kan zijn.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.