Maar in ons huis, overigens prima én creatief ingericht door mijn ega, waarde creativiteit rond. Mijn vrouw had zich voorgenomen om zich deze vakantieperiode weer meer toe te leggen op haar schilderkunst. En alsof het nooit was weggeweest, toverde ze, ik weet werkelijk geen ander woord, een prachtig werk op het canvas. Met vaardige hand, olieverf en daar heb je het, de nodige creativiteit, verscheen een prachtig donker jongetje. Met grote bruine ogen keek hij me aan, met iets meer dan een Mona Lisa-smile en zijn handje op het raam voor zijn gezicht. Hier ontstond een verhaal, een reisverslag, een adoptiestory, een genieten van het leven, kijken naar de toekomst, een prachtig mens in wording. Misschien overdrijf ik een beetje, maar ik geef toe, dit creatief resultaat schudde even aan mijn schrijfboom. Vandaar mijn poëtische wandeling in dit dagboek. Ik kon niet anders. Dat blijkt dan wel een beetje eigen te zijn aan creativiteit. Je mag het niet wegstoppen. Je moet het niet begraven. Je moet het net licht en lucht geven. Je moet het zorgzaam begieten, ruimte geven en zich laten ontwikkelen tot iets moois en unieks. Tot datgene waarom een mus zijn nest bouwt: Een eigen warme plek om te overleven en door te geven.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.