Ik zag onlangs een filmpje voorbijkomen, waar al dan niet toevallig een sint én kerstman een bezoek gingen brengen aan eenzelfde kinderkoor. Er werd volgens mij voor de pauze heerlijk gezongen over ‘zie ginds komt de stoomboot’ en ‘strooi wat lekkers’. Na de pauze rinkelden dan weer de sleebellen voor Rudolf en ‘o dennenboom’ met haar groene takken, wonderschoon naast de kerststal. Of die twee ook daadwerkelijk elkaar tijdens de pauze in de coulissen zijn tegengekomen, blijft voor mij nog steeds een raadsel. De kinderen vonden het geen probleem. In de zowel gevulde schoen als in de kerstsok zat het vol met chocolade, marsepein, peperkoek en speculaas. Met als rode draad de suiker. Vandaar het uitbundige zingen en kwelen van de frêle koorstemmetjes.
In deze tussenperiode zijn onze leerlingen drukdoende met hun toetsen, met de rapporten, de knutselwerkjes en de nieuwjaarsbrieven. Ik heb een vermoeden dat dit laatste weer in de lift zit. Weet je nog, die brieven die je in je lagere school moest schrijven voor je ouders, grootouders en voor je meter en peter. Dat waren maar liefst vijf brieven die nauwkeurig en secuur neergepend moesten worden. Jawel, wij
schreven nog met een inktpen. Wat heb ik dat ding vaak verwenst, zeker als ik net dat tikkeltje te hard duwde en één of andere vlek tevoorschijn spatte op mijn blad. Gelukkig had ik een creatieve mama die eerst mijn tranen wegveegde en daarna van die vlek op wonderbaarlijke wijze een kerstbol tevoorschijn toverde. Mijn moeke kon dat. Ik moet wel zeggen dat sommige van mijn nieuwjaarsbrieven op deze manier eerder op een goed gevulde kerstboom leken met de tekst van mijn brief als slinger er tussenin. Maar daar lag niemand van mijn toehoorders wakker van, in tegendeel. De nieuwjaarscentjes bleven gul uitgedeeld. Schone traditie, toch?
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.