Ondertussen heeft het weer haar herfstjas aangetrokken en is naar buiten gaan even terug geslingerd worden naar een grauwe oktoberdag. Ik kijk alleen een beetje vragend en ook wel wat smachtend naar boven om wat regen. De regenwaterputten staan hier zowat droog en het gras heeft haar groen kleurtje omgeturnd in gelig stro. Die sprietjes turen samen met mij even triestig naar boven om de broodnodige regen. Dat zal ook wel weer komen, zeker? Was het niet in Zweden dat ze zeiden: ‘Slecht weer, dat bestaat niet, slechte kleren, dat wel.’ Wie ben ik om een stoere Zweed tegen te spreken? Het zal nodig zijn, die regenkledij, wanneer de meeste kinderen de komende week weer naar school zullen gaan. Ik weet niet wie het meest blij zal zijn: de kinderen zelf of de ouders, die tijdens hun thuiswerk zich blauw hebben geërgerd aan het mee moeten ondersteunen van zoonlief met zijn huiswerk oppervlakteberekening. Of met dochterlief haar opzoekwerk over de Egyptenaren en de begrafenisrituelen van de farao. Ik bedenk maar wat. De sociale media staan er bol van. De ene prijst de onderwijswereld de hemel in, omwille van hun soepelheid en bereidheid om in deze moeilijke omstandigheden toch door te gaan. De ander vindt de onderwijswereld dan weer een zootje ongeregeld dat echt niet meer weet waar haar kapitein naar toe is. Maar zoals bij de meeste van deze uitingen: de beste stuurlui staan aan wal. Als je de wereld van binnenuit bekijkt, ziet ze er toch helemaal anders uit. Ik heb geen idee wat een verpleger in een verzorgingsinstelling allemaal meemaakt op zijn werkdag. Ik kan het me wel proberen voor te stellen. Ik heb geen idee wat een medewerker van de minister allemaal te verwerken krijgt. Ik kan het me proberen voor te stellen welke bergen er verzet moeten worden. Of heuveltjes, dan mag ook. Het zich proberen in te leven hoe een ander denkt, voelt, meemaakt, is al een stevig begin, lijkt me zo. Soms is er een virus voor nodig om een beetje aan de boom te schudden. Maar als ik de keuze zou mogen maken, zou dit onding allang de wereld uit zijn, en had ik naar een ander middel gezocht om mensen alert te maken voor anderen en de wereld om zich heen. Misschien moet ik nog eens langs gaan bij de opticien. Daar verkopen ze fijne brillen. Wie weet ligt er nog ergens een roze in één of andere lade.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.