De carnavalsweek staat voor de deur heen en weer te polonaisen. Ze wil kost wat kost naar binnen, bij ons op school. Als het aan mij lag, zou ik het liefst de deur op slot willen laten en de bonte rij door laten paraderen naar een andere gelegenheid. Maar ja, niets aan te doen. Het carnavalscomité, het is te zeggen, de leerkrachtenwerkgroep carnaval, heeft een idee in elkaar geserpentined om de kinderen in deze toch al zo moeilijke periode een fijne tijd aan te beiden, voordat de krokusvakantie begint. Normaal gezien is er op de laatste dag van die week een feest voor groot en klein, met lekkere caranavalsmuziek, een klein hapje en toffe spelletjes in gemengde groep. Maar ja, niets van dit alles mag voorlopig doorgaan. Dus kwamen ze met het idee om van elke dag een bijzondere dag te maken. Zo beginnen we maandag met gekke-harendag. Ik keek vanochtend nog een keer in de spiegel en werd geconfronteerd met een haardos, die dit idee al lang had onderstreept. Het niet naar de kapper mogen gaan, geeft mij elke dag wel een gekke-harendag. ‘Nee, meester,’ stelde één van mijn leerlingen voor, ‘je moet staartjes maken. Je weet wel, zoals op dat youtube-filmpje van jou van ‘poëzie, waarom nie?’ ‘En jullie mij dan zeker uitlachen?’ antwoordde ik. Zelfs mijn andersgelovige leerlingen zweerden op hun communiezieltje, dat ze dit zeker niet zouden doen. Ja, ja.
De tweede dag zou een andersom-dag worden. Ik weet nog niet zo heel goed wat ik me daarbij moet voorstellen. Een dag waar je ’s ochtends je avondeten nuttigt en ’s avonds afsluit met een ontbijt? Of je broek en trui achterstevoren draagt? Ik heb een ideetje met mijn schoenen en een keukenschort met bijbehorend hoofddoekje. Dat vind ik al behoorlijk andersom.
Woensdag mogen de jongens in meisjeskleren komen en visa versa natuurlijk ook. Volgens mij is dat net de andersom-dag. ‘Doe maar een rokje aan van je vrouw,’ grapte één van mijn kinderen. ‘Dan zullen er toch twee rokjes aan elkaar gemaakt moeten worden,’ grinnikte ik. ‘In ééntje van haar pas ik niet.’ Ik deed alsof ik een rokje van haar probeerde aan te trekken. Dat bleef onherroepelijk ter hoogte van mijn knieën vastzitten. Hilariteit alom natuurlijk.
Donderdag mag elke klas een eigen kleur kiezen voor hun outfit en zo naar school komen. Hierover moeten we toch nog even democratisch stemmen. Ik ben benieuwd welke kleur mijn klas als favoriet uitkiest. Ik hoop dat het geen oranje of zo wordt, want dan moet ik weer heel diep in de kleerkast gaan duiken.
Vrijdag wordt de hoogdag met typische carnavalskleren aan, zoals je in een echte feeststoet zou dragen. Een bonte kermis op school waar we onze bengels een beetje een samen-gevoel geven, al is het dan in eigen klas en met nog steeds de nodige maatregelen. Ik ga ondertussen mijn clownskostuum een keertje lekker ontsmetten en ontdoen van het vergaarde zolderstof. Tja, dat is eens iets anders dan leerstof. Alaaf!
Voila, zeg dat meester het gezegd heeft.