En met deze melodie wandelde ik met onze Vondel naar de plaatselijke bakker. Twee croissantjes en twee keizertjes stonden er op het ontbijtmenu. Ik moest onze hond buiten aan een haak in de muur vasthangen. Geen hondjes in de bakkerij. Trouwens, ook geen hondjes in een museum van Brugge, niet in een kerk, zelfs niet als ik hem op de arm hield. Hij is nochtans kunstig aangelegd, onze viervoeter. Niets aan te doen. Dan maar weer terug langs de dijk naar het appartement, nu als volwaardige zeehond. En in die rol kon hij zich prima vinden.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.