Het begon in de jaren ’60 toen voorzitter van het Bilzerse Davidsfonds Fons Coch iets anders wilde voor de 11 juli-viering. Een muziekfestival met jazz op het programma. Dat zou jonge mensen toch wel aantrekken, niet? Paul Bessemans programmeerde eerst vooral jazz, maar later bleek toch dat pop en rock de jongeren meer interesseerden. Op de, toen braakliggende Borreberg, een natuurlijk amfitheater, werden de eerste festivalnoten gespeeld. 3000 bezoekers en het festival groeide de verdere jaren uit van één dag naar een drie-daags festival. Meer pop en rock, veel vrijwilligers en héél veel pionierswerk. Mijn vader was zelf één van die vrijwilligers. De volleybalclub waar hij toen mee speelde, moest zorgen voor bewaking. Al was dat niet altijd zo eenvoudig. Want er waren wel eens festivalgangers bij, die niet voor hun ticketje wilden betalen. Duwen en trekken tegen het hekwerk, om toch maar binnen te geraken. Tja, het is misschien wel van alle tijden, dat er hekkenklimmers zijn. Na zijn bewakingsdienst, mocht mijn vader zelf naar het festival gaan. Hij hield vooral van jazz en ging in het park luisteren naar de grote jazzhelden van toen: Dizzie Gillespie, Dexter Gordon, Keith Jarrett, Chick Corea, John Mc Laughlin. Wat had ik die ook graag horen spelen. Maar nee, dat ging niet. Ons moeder hield ons ver weg van al dat langharig gespuis, ‘dè manne vanne jazz’ werden ze ook wel eens genoemd. We deden als kind wel ons slaapkamerraam open, en als de wind goed zat, dan kon je de muziek horen binnenwaaien op de warme zomeravonden. In onze tuin logeerde een jong koppeltje uit Duitsland, dat naar het legendarisch jazzBilzen ging. Of er blauwe ‘doemp’ uit hun tentje zweefde, dat weet ik niet meer. Maar het waren legendarische dagen toen.
Onlangs heb ik hier het raam nog eens open gezet. Wonderwel zweefden er wat zomerse festivalklanken naar binnen. Geen jazz of pop, maar wel techno van eigen bodem: Joyhauser. Twee dj’s die wereldwijd spelen, maar die avond voor eigen publiek een behoorlijke set draaiden. Ik geef toe: ik geniet van jazz, pop en rock. Dat mag zelfs stevige metal zijn. Maar evengoed van klassieke muziek van Bach, Stravinski of polyfone muziek van Guillaume Dufay (Dufajie) aan de andere kant. Laat daartussenin housemusic, huismuziek klinken en mijn eigen zomerhuis heeft haar feestje, waar ik met mijn ega heerlijk een slowtje op dans.
Voila, zeg dat de meester het gezegd heeft.